Het sociale systeem van onze huiskatten
Er is lang gedacht dat de kat een solitaire diersoort is. Katten jagen namelijk alleen en hun prooi is afgestemd op een eenpersoonsmaaltijd. De meeste wilde katachtigen zijn inderdaad solitair, uitgezonderd de leeuw die in groepen leeft. Inmiddels is echter bekend dat het sociale systeem van onze huiskatten behoorlijk flexibel is en dat ze zowel alleen als in groepen kunnen leven.
In groepsverband levende katten
Als katten in groepen leven dan is dit vaak rondom een geconcentreerde voedselbron en onderdak, zoals bij een boerderij of in de stad. De meeste groepen bestaan uit verwante poezen, hun vrouwelijke nakomelingen en de nog niet volwassen mannelijke nakomelingen. Verschillen in het aantal groepsleden zijn gebaseerd op de hoeveelheid voedsel, de verwantschap tussen individuen, ziekten en menselijk ingrijpen. Groepen boerderijkatten variëren van twee tot elf volwassen poezen, waarvan op z’n minst sommigen verwant zijn. Spontane uitwisseling van poezen tussen groepen is zeldzaam. Dit komt waarschijnlijk doordat poezen, hoewel ze zich binnen hun eigen groep meestal tolerant ten opzichte van elkaar opstellen, buitenstaanders, zowel poezen als katers, aanvallen. Wanneer er jonge kittens in de groep zijn, worden deze aanvallen vaak heftiger. Opvallend is wel dat ook in groepen levende katten een groot deel van hun tijd alleen doorbrengen.
"Poezen helpen elkaar bij de bevalling."
Poezen
De samenwerking tussen poezen lijkt er vooral op gericht te zijn de kans op overleving van de kittens te vergroten. Poezen helpen elkaar bij de bevalling en wassen en bewaken elkaars kittens. Indringers worden buiten gehouden en de samenwerkende poezenmoeders zorgen ervoor dat alle kittens voldoende voeding krijgen. Een poes paart vaak met meerdere katers en kan dus een nestje werpen met kittens van verschillende vaders. Deze onzekerheid over het vaderschap kan bij katers de agressie en het risico op doding van de kittens verminderen. Ook kan het in genetisch opzicht voor poezen handig zijn een zo divers mogelijk nestje kittens te krijgen.
Katers
Jonge katers blijven vaak nog in de buurt van hun moeder of groep, maar vanaf 6 tot 36 maanden trekken ze meestal weg uit de omgeving van hun moeder. De leefgebieden van katers overlappen elkaar niet sterk, tenzij de populatiedichtheid heel hoog is. Ook is er weinig bewijs voor samenwerkingsverbanden tussen katers. In het paarseizoen worden de leefgebieden echter groter en overlappen ze elkaar meer. Katers proberen dan zoveel mogelijk toegang tot de poezen te krijgen. Volwassen katers zijn dus slechts losjes verbonden met poezengroepen. Toch blijkt uit een grote boerderijstudie dat katers ook onderdeel van een poezengroep kunnen zijn. Dergelijke familiekaters beschermen niet alleen de groep maar geven ook de kittens hulp en zorg.
Leefgebieden
Katten hebben zowel een leefgebied als een territorium. Het zogenaamde leefgebied wordt gebruikt voor activiteiten als jagen en exploreren. De omvang varieert van 0,1 tot 0,8 hectare voor gevoerde katten, tot 270-420 hectares voor katten in het wild. Het leefgebied van een poes omvat voldoende voedsel en schuilplaatsen voor haarzelf en de nog van haar afhankelijke kittens. De omvang van het leefgebied van een kater wordt bepaald door de beschikbaarheid van vruchtbare poezen, ongeacht of deze alleen of in een groep leven, en de mate van competitie tussen katers. Het leefgebied van katers is gemiddeld 3,5 keer zo groot als dat van poezen. In huis blijken volwassen katers ook meer kamers te gebruiken (gemiddeld 5,4) dan poezen (gemiddeld 3,9).
"Territoria worden regelmatig gepatrouilleerd en gemarkeerd."
Territorium
Katten hebben niet alleen een leefgebied maar ook een territorium. Dit is het gebied dat actief verdedigd wordt tegen vreemden. Over het algemeen is een territorium kleiner dan een leefgebied maar in het geval van de huiskat kunnen leefgebied en territorium hetzelfde zijn. Katers zijn territorialer dan poezen en vormen grotere en meer vaststaande territoria.
Territoria zijn meestal klein genoeg om te kunnen overzien en worden regelmatig gepatrouilleerd en gemarkeerd. Hoewel katten in groepen kunnen leven, vormen de meeste katten een sterkere band met hun leefgebied en territorium dan met een sociaal wezen. Dit maakt katten zeer honkvast, in tegenstelling tot bijvoorbeeld honden die graag overal heen gaan zolang ze maar in gezelschap zijn van hun roedel.
Dominantie
Groepsdieren zoals honden vormen meestal een dominantiehiërarchie om onderlinge agressie te reguleren en toegang tot bronnen zoals voedsel te bemiddelen. Wanneer een individu wijkt voor een ander individu, en wanneer dit wijken een gevolg is van eerdere interacties tussen twee individuen, is het dier dat wijkt ondergeschikt, en het dier waarvoor uitgeweken wordt dominant. Wanneer we de dominantieverhoudingen tussen verschillende paren binnen een groep kennen, kunnen we dus een zogenaamde dominantiehiërarchie in kaart brengen. Bij katten die in een groep leven is het bestaan van een dergelijke hiërarchie nog onderwerp van discussie. Een kat neemt bijvoorbeeld geen voer weg van een ander, zoals een dominant dier zou doen in een rigide sociale hiërarchie. In plaats daarvan wachten katten vaak hun beurt af, net als bij de eerder genoemde ontmoeting op een paadje.
"Poezen lijken niet te verschillen in rang, net als gecastreerde katers."
Uitgaansrooster
Hoewel een territorium verdedigd wordt, kunnen katten leefgebieden delen. Binnen het leefgebied wordt er gebruik gemaakt van paadjes naar bepaalde locaties. Het gebruik van deze paadjes is niet gebaseerd op dominantie maar op een passief ‘wie het eerst komt wie het eerst maalt’ principe. Katten die tegelijkertijd op een kruispunt van een dergelijk paadje arriveren, kunnen soms lang blijven zitten, elk wachtend tot de ander het initiatief neemt. Wie gebruik mag maken van bepaalde paadjes en locaties lijkt afhankelijk te zijn van het deel van de dag. Een dergelijk ‘uitgaansrooster’ of een verdeling van het gebied geeft katten de mogelijkheid om interacties te vermijden. Door afstand te houden kun je namelijk confrontaties uit de weg gaan.
Katten leven dus niet willekeurig verspreid in een ruimte maar maken gebruik van een ruimte-indeling. Vaststaande dagelijkse activiteiten helpen vaak de ruimte tussen de individuen te bewaren. Ook huiskatten zijn geneigd het huis in individuele zones te verdelen, daarom kan de toevoeging of verwijdering van een huisgenoot ook zo verstorend zijn.
Posities
Hoewel er dus geen sterk bewijs is voor een sociale rang, lijken er in de kattenwereld wel verschillende posities te bestaan. Een daarvan is die van de dominante kater. Deze is meestal groter en ouder dan andere katers. Een dergelijke despoot kan de weg van anderen blokkeren, hen grijpen, naar beneden duwen en bestijgen. Poezen lijken niet te verschillen in rang, net als gecastreerde katers. Daarnaast kunnen er ook een of meer paria’s zijn; dit zijn katten die continu een lagere lichaamshouding in aanwezigheid van andere katten laten zien. Ze lopen om andere katten heen, trekken zich terug wanneer een andere kat nadert en vermijden oogcontact.
Sociaal gedrag
Zonder een hiërarchisch raamwerk is de stabiliteit van sociale groepen afhankelijk van de aanwezigheid van sociaal gedrag. Bij katten lijken gedragingen zoals elkaar wassen, tegen elkaar aanwrijven en samen slapen de sleutel tot sociale harmonie. Dergelijk gedrag zorgt ervoor dat er een sociale relatie tussen individuen gevormd wordt en dat er een gemeenschappelijk geurprofiel binnen een groep tot stand komt.
Niet alle katten in multi-kat huishoudens beschouwen zichzelf als onderdeel van een sociale groep. Het kan voorkomen dat in een huishouden met vijf katten er slechts twee sociaal gedrag naar elkaar vertonen. Om het vreedzaam samenleven tussen katten in een dergelijk huishouden te bevorderen, is het belangrijk om op verschillende plekken in huis bronnen aan te bieden: water, voer, kattenbakken, slaapplekjes, verstopplekjes, hoge plekken en krabmogelijkheden. De katten kunnen elkaar dan altijd vermijden als ze willen, zodat gedragsproblemen voorkomen worden.