Straf in de opvoeding van de kat
Uit gedragsconsulten blijktdat eigenaren in probleemsituaties snel geneigd zijn hun kat te straffen. De auteurs zien gelijkenissen met de opvoeding van kinderen waarbij ouders ook vaak straf gebruiken, ondanks dat het gebruik van straf ter discussie staat. Dit artikel gaat dieper in op het fenomeen straf; het geeft inzicht in waarom mensen zo snel naar dit middel grijpen, geeft inzicht in een verkeerde toepassing van straf en bespreekt tevens de regels van straffen.
Frustratieagressie
Ouders die hun kinderen slaan, kunnen dat uit verschillende beweegredenen doen. Zo zijn er veel ouders die een klap uitdelen uit pure frustratie. Binnen de psychologie geldt de frustratieagressie-theorie als een van de belangrijkste verklaringen voor agressie. Frustratie, stelt de theorie, is het gevolg van het blokkeren, dwarsbomen of verstoren van gedrag dat gericht is op het bereiken van een gewenst doel. Als dit zich voordoet, zullen mensen reageren met agressie tegenover hetgeen dat hen blokkeert. Vertaald naar de opvoedingsituatie: het kind dat ‘s ochtends geen zin heeft om zijn schoenen aan te trekken terwijl de ouder op tijd op het werk moet zijn, roept frustratie op en kan tot een agressieve reactie van de ouder leiden. Ook het kind dat zich in de supermarkt theatraal op de grond werpt omdat hij geen snoepjes mag, loopt meer risico op een tik of duw dan een pedagogisch gesprek.
Opvoedkundige onmacht
Slaan gebeurt ook vaak uit opvoedkundige onmacht. Veel ouders hebben een gebrek aan opvoedkundige kennis; ze denken alleen met negatieve sancties te kunnen opvoeden en kennen geen andere manieren van corrigeren dan slaan. Ze zijn zelf misschien ook op deze manier opgevoed, en waarom het anders doen als zij zelf toch ook tot ‘goede’ volwassen personen zijn opgegroeid? Ouders kunnen ook bang zijn om hun gezag te verliezen en denken met een fikse tik duidelijk te kunnen maken wie de baas is.
Gewoontegedrag
Vanuit de leertheorie gezien, kan slaan ook aangeleerd gedrag oftewel gewoontegedrag worden. Een mep kan het ongewenste gedrag van het kind aanvankelijk onderdrukken en daardoor kan het gebruik van een dergelijke straf een beloning worden voor de ouder. Het blijkt ook in de praktijk dat veel ouders een klap soms buitengewoon effectief vinden; ze zien dat het in sommige gevallen werkt en wat werkt dat herhaal je.
Belonen of straffen?
Op de korte termijn kan een pets inderdaad effect hebben. Kinderen houden op met klieren, zeuren en dreinen en het is weer even rustig. Maar helpt slaan op lange termijn? Leidt het ertoe dat kinderen op de langere termijn hun gedrag veranderen? Volgens een Amerikaans onderzoek uit 1998 vervalt tachtig procent van de peuters na een correctie, zoals een tik, nog dezelfde dag opnieuw in het ongewenste gedrag en vijftig procent zelfs binnen twee uur. Een recente studie naar slaan bij kinderen toont aan dat kinderen die meer corrigerende tikken ontvangen op een leeftijd van drie jaar, een grotere kans hebben om op vijfjarige leeftijd agressiever te reageren. Slaan lijkt dus niet effectief te zijn maar geldt dat ook voor andere straffen? Er zijn tenslotte geweldloze correcties zoals het tijdelijk wegnemen van speelgoed, de bedtijd vervroegen, of het kind even afzonderen. De meeste pedagogen vinden belonen echter een veel krachtiger opvoedingswapen dan straffen. Positieve aandacht werkt veel beter dan negatieve en kinderen doen veel als ze ervoor beloond worden. Toch geven ze ook toe dat je het met alleen belonen niet altijd redt en dat straf, mits goed toegepast, kan helpen.
"Eigenaren eisen vaak gehoorzaamheid van de hond en gaan over op straf als de hond niet voldoet."
Opvoeding van kinderen en dieren
Er zijn vele gelijkenissen in de opvoeding van kinderen en de opvoeding van honden en katten, wat overigens niet wil zeggen dat het opvoeden van een huisdier gelijk is aan het opvoeden van een kind. Dr. J. Ben Michael promoveerde aan de Universiteit van Nijmegen met een sociaal wetenschappelijk onderzoek waarin ze keek naar de hondeneigenaar in situaties van probleemgedrag in de opvoeding. De manier waarop een hondeneigenaar reageert op probleemgedrag van zijn hond is soortgelijk als die van een ouder op een kind met probleemgedrag. Ook al weet de eigenaar dat een hond geen kind is; hij verwacht wel hetzelfde van zijn ‘kroost’ als een ouder. Het merendeel van de eigenaren uit het onderzoek eist gehoorzaamheid van hun hond en gaat over tot straffen als de hond hier niet aan voldoet. De hond overtreedt een regel, de eigenaar wordt boos of geïrriteerd en gaat over tot machtsuitoefening; streng toespreken of lichamelijk straffen. In de praktijk blijkt dat veel katteneigenaren bij ongewenst gedrag van hun kat hetzelfde reageren; frustratie maakt dat de kat gestraft wordt voor bijvoorbeeld onzindelijkheid of agressie naar de andere kat in huis.
Correctie in de opvoeding van de kat
Straf kan een kat beschadigen en de relatie tussen eigenaar en kat verpesten. Lang niet alle huisdiereigenaren zijn op de hoogte van de nieuwe zienswijzen met betrekking tot straf in de opvoeding. Een gebrek aan opvoedkundige kennis speelt dus bij veel eigenaren, net als bij ouders, een rol in hun toevlucht tot straf. Een gedeelte van de katteneigenaren bezit deze kennis wel, maar blijft snel naar straf neigen om andere (veelal onbewuste) redenen. Boosheid afreageren op een vervelend kitten komt veel voor (frustratieagressie van de eigenaar); het gedrag stopt soms even, dus geeft het een goed gevoel. De kans is echter aanwezig dat het kitten de volgende keer het gedrag gewoon weer zal vertonen. De straf heeft dus niet als correctie gewerkt want het kitten heeft niet geleerd dat hij het volgende keer niet meer moet doen. Vanuit de leertheorie gezien is een straf namelijk pas een straf als het gedrag stopt of afneemt omdat het een onprettig gevolg heeft gehad. Straf die niet leidt tot een afname van het gedrag wordt door een kat niet als een straf ervaren.
Note
In dit artikel promoten de auteurs het gebruik van straf niet, maar geven wij inzicht in het gebruik van straf. In het beste geval is correctie geen frustratieontlading, uiting van onmacht of gewoontegedrag, maar een leermiddel dat weloverwogen, zorgvuldig en met kennis wordt toegepast bij ongewenst gedrag. Echter, door correctie leert een dier alleen wat hij niet mag doen; een goede opvoeding bestaat daarom vooral uit beloning van gewenst gedrag.
Straf als onderdeel van het leven
De meeste eigenaren zetten straf dus niet doelbewust in om het gedrag van hun dier te veranderen. Hun gedrag wordt eerder gestuurd door hun emoties en deze menselijke manier van (af)reageren is niet altijd makkelijk te veranderen. Uiteraard kan een toename van kennis over straffen en belonen er mogelijk wel voor zorgen dat emoties beter gecontroleerd kunnen worden. Streven naar een opvoeding waarbij alleen geleerd wordt door middel van beloning is echter niet realistisch. Dieren, dus ook mensen, leren hun hele leven door belonen en straffen. Zonder straf leert een dier, net als een kind, niet wat hij niet mag doen, wat zijn grenzen zijn, wat gevaarlijk is of verdriet en pijn veroorzaakt. Straf is dus een zinvol onderdeel van het leven. De manier van corrigeren zou dus beter ter discussie kunnen staan dan het überhaupt niet gebruiken van straf.
Overwegingen bij het gebruik van straf
Een goede opvoeding bestaat uit het aanleren van gedrag door middel van beloning en het zoveel mogelijk voorkomen van fouten. Straf kan, mits goed toegepast, ook bij de opvoeding van katten een middel zijn om ongewenst gedrag in een vroeg stadium af te leren. De straf zou dan wel aan een aantal voorwaarden moeten voldoen en mag in ieder geval nooit angst, agressie of teveel stress opwekken. Zo heeft het de voorkeur om met de stem te straffen en fysieke straf zoveel mogelijk te mijden vanwege de kans op (angst)agressie van de kat. Straf hoeft ook niet per se het toedienen van iets onaangenaams te zijn, het wegnemen van iets prettigs of lekkers kan de kat ook als een straf ervaren.
Een aantal regels:
- Straf direct na het optreden van het ongewenste gedrag. Uitgestelde straf is niet effectief, simpelweg omdat de associatie tussen de straf en het ongewenste gedrag dan ontbreekt. Dus een kat die in afwezigheid van de eigenaar iets gesloopt heeft, kan niet meer gestraft worden.
- Wees consequent; bestraf het ongewenste gedrag iedere keer dat het optreedt. Hoe vaker het gedrag bestraft wordt, hoe groter de kans dat het niet meer voorkomt. Leren is het meest efficiënt als de reactie elke keer bestraft wordt. Een goed toegepaste straf werkt echter binnen een aantal keer.
- Bied een alternatief voor het ongewenste gedrag. Corrigeren van gedrag heeft meer effect als er een alternatief voor het ongewenste gedrag wordt geboden. Het alternatief moet dan voor het dier wel dezelfde functie hebben. Zo heeft het straffen van de kat voor krabben aan de bank meer effect als hij een goede krabpaal krijgt waaraan hij kan krabben.
- Bedenk dat de kat de straf met de eigenaar kan associëren. Zo kan een kat die gestraft wordt omdat hij op het aanrecht springt, leren dat niet te doen als de eigenaar thuis is, maar vervallen in zijn gedrag als de eigenaar afwezig is. Een correctie die zichtbaar afkomstig is van de eigenaar kan ook leiden tot een kat die bang wordt van de eigenaar met als resultaat een beschadigde relatie. Een straf zonder aanwezigheid van de eigenaar is vaak effectiever en wenselijker. De manier waarop zou moeten worden afgestemd op het dier, om te voorkomen dat er geen angst, agressie of overmatige stress ontstaat.